Het Motet voor de Kardinaal

In 2003 schreef ik in opdracht van het Amsterdams Fonds voor de Kunst het a capella koorwerk Het Motet voor de Kardinaal voor drie ruimtelijk opgestelde koren. Het stuk werd geschreven ter gelegenheid van de 95e verjaardag van Theun de Vries (1907-2005) de schrijver van de gelijknamige roman. De première werd verzorgd door het Amsterdamse kamerkoor Cluster o.l.v. Romain Bisschoff.
De Vries’ roman evoceert de componist Josquin des Prés (ca.1440-1521). Op mijn beurt citeer ik in mijn compositie een motet van Josquin:
Tu solus qui facis mirabilia.
Interessant is het feit dat Josquin op zíjn beurt een madrigaal-fragment citeert van zijn beroemde voorganger Johannes Ockeghem, die leefde van circa 1410-1497.
Eigenlijk gaat mijn werk over de sensatie die een klank in een grote ruimte oproept: de echo’s, het versmelten-vervloeien-naderen-verdwijnen van de klank.
Cappella Breda trok in 2005 met dit stuk door het land en zette het tenslotte op een CD: Kapelmeester van de ruimte.
In de maanden
april en juni (2012) wordt het werk door twee prachtige kamerkoren uitgevoerd in Nederland, België en wellicht Italië.
Het betreft het kamerkoor Douce Mémoire uit Haarlem o.l.v. Felix van den Hombergh en het Brabants Kamerkoor o.l.v. Fokko Oldenhuis. Dit laatste koor voert tevens uit mijn
Ave Maria en Nu is van Kalifornies goud de tijd uit.
Ik ben erg gelukkig met deze uitvoeringen; zie voor precieze gegevens de
agenda van mijn site.