2013

Madrigalen voor Koor en Blazers - Jubileum Brabants Kamerkoor

BrabantsKamerkoor
Het Brabants Kamerkoor onder leiding van Fokko Oldenhuis bestaat in 2014 vijfenzeventig jaar. Ter gelegenheid van dit jubeljaar schreef ik op verzoek én in opdracht van het koor de compositie ‘Madrigalen voor Koor en Blazers’.
 
Deze compositie is een uitgebreide en heringerichte versie van mijn koorwerk  Liturgien, voor a capella koor uit 2009.
Behalve muzikale, redactionele verfijningen voegde ik een dubbel blaaskwintet toe. Deze blazersbezetting is identiek aan de blazers die Igor Strawinsky voorschrijft in zijn Mass for a Mixed Chorus and a Double Wind Quintet uit 1948: vijf koperblazers en vijf houtblazers.
Strawinsky evoceert in zijn Mass de renaissance, een muziekperiode die hem zeer dierbaar was. De beide blaaskwintetten zijn dan ook ‘renaissance-’koren: homogeen van samenstelling. Er is een ‘scherp’ koperkoor, (twee trompetten en drie trombones) en een al even scherp, -boventoonrijk – houtkoor: drie hobo’s en twee fagotten; dubbelrieten.
Tijdens de jubileumconcerten op 15, 16 en 17 mei 2014 wordt door het jubilerende BKK onder meer ook deze mis van Strawinsky uitgevoerd. Het is een van mijn favoriete werken en ik verheug me erop dit meesterwerk te horen.
 
De teksten die ik voor mijn madrigalencyclus gebruik zijn van drie Duitse grootmeesters: Rilke, Trakl en Hölderlin.
 
Mijn compositie bestaat uit vijf delen, het middelste deel is een instrumentaal concert voor de tien blazers.
In elk deel is het blazerscollectief anders ingevuld. In het eerste deel gebruik ik alle instrumenten in een gemengde bezetting, in deel twee alleen de rieten, deel drie is een (instrumentaal) Concert voor gemengde blazers, deel vier benut uitsluitend de lage instrumenten: twee fagotten en drie trombones. In het vijfde, dubbelkorige deel staan de twee ‘renaissance’-koren ruimtelijk bij de vokale koren opgesteld.
 
Deze antifonale, vaak flamboyante musiceerpraktijk is in de zeventiende eeuw door onder meer de ‘San Marco’- componisten uit Venetië  tot grote bloei gekomen en door talrijke  componisten in later tijden gebruikt en uitbundig uitgebuit.
Mijn compositie krijgt  door het toegevoegde blazerskoor een rijke sonoriteit en een monumentale, ‘Venetiaanse’ allure.
 
Ook de uitvoeringsplaats is van wezenlijk belang: verlangd wordt een monumentale en akoestisch gulle (kerk)ruimte. De ruimte waarin een ensemble musiceert is tenslotte een mee-resonerende zangbodem, een eerste voorwaarde om de muziek vleugels te geven.
 
Ik draag mijn Madrigalen voor Koor en Blazers op aan het Brabants Kamerkoor en zijn voortreffelijke, energieke ‘sanghmeester’ Fokko Oldenhuis.
Van harte wens ik koor en dirigent een muzikaal en daadkrachtig vervolg van hun koorcarrière toe: ‘If music be the food of love: play on!’
 
Daan Manneke
 
zie ook: www.brabantskamerkoor.nl    
 

Uitvoeringen Motet voor de Kardinaal

Het-motet-voor-de-Kardinaal-11023639
In 2003 werd het Motet voor de Kardinaal voor het eerst uitgevoerd in en wel het Letterkundig Museum te Den Haag. Dat was ter gelegenheid van de 95ste verjaardag van Theun de Vries, de auteur van de (gelijknamige) titel van de roman Het Motet voor de Kardinaal. Het kamerkoor Cluster o.l.v. Romain Bischoff verzorgde deze première in bijzijn van Theun de Vries. Sindsdien is het werk veelvuldig uitgevoerd en door Cappella Breda op CD gedocumenteerd.

Het befaamde kamerkoor Nederlands Studenten Kamerkoor, voor het eerst dit jaar o.l.v. de Vlaamse dirigent Kurt Bikkembergs, voert deze compositie dit komend voorjaar – 2014- tien keer uit. De tocht voert gedurende de maand februari langs Nederlandse en Vlaamse universiteitssteden. Het slotconcert is traditiegetrouw in het Amsterdamse Concertgebouw.
Het veertienstemmige, driekorige Motet voor de Kardinaal evoceert, evenals De Vries’ roman, de renaissance en maakt gebruik van een beroemd motet van Josquin des Pres (c 1450-1521).
Het betreft het motet ‘Tu solus qui facis mirabilia’. Op zijn beurt citeert Josquin in zijn compositie het madrigaal ‘D’Ung aultre amer’ van zijn beroemde voorganger Johannes Okeghem (1420-1497).

Theun de Vries laat in zijn roman een motet uitvoeren in de San Lorenzo in Milaan en de jonge hoofdpersoon van het verhaal is totaal verbijsterd wanneer hij dit stuk hoort. Hij ondergaat een authentieke, uitzinnige extase tijdens de uitvoering van dit Motet voor de Kardinaal, uitgevoerd door een cappella en de maestro di cappella: Josquin des Pres.
In het Salamander-uitgaafje van Querido, 1981 is deze beschrijving te vinden op pagina 37, ik ken deze tekst van buiten. In 2002 verscheen eveneens bij Querido een prachtige herdruk van dit meesterwerk.
In het Nederlandse taalgebied ken ik geen mooiere beschrijving van zo’n extatische vreugde dan die zoals beschreven in de roman van Theun de Vries.

Cappella Breda zette het MvdK in 2005 op CD: Kapelmeester van de ruimte, eigen uitgave, met Klaas Hoek aan het harmonium. Een extra dimensie wordt op deze CD toegevoegd door het voorlezen van de bovengenoemde tekst, die pagina 37, door Theun de Vries: track 13.
Hoewel mijn MvdK een a capella werk is heb ik- ad libitum- een harmoniumpartij toegevoegd omwille van klankkleur, sonoriteit en ruimtelijkheid. Tijdens de tournee van het NSKK zal de organist Tommy van Doorn deze harmoniumpartij spelen. Daarnaast speelt hij ook mijn solowerk voor harmonium Archipel VII.

Mijn MvdK is opgedragen aan Theun de Vries die in 2005 op hoge leeftijd overleed.
Tevens is mijn compositie een hommage aan de Frans-Vlaamse renaissance-meesters met hun onvergelijkbare elegante, zingende polyfonie.

Voor uitvoeringen zie Agenda (eerste uitvoering op 11 februari 2014, laatste op 1 maart 2014).

Jong Talent: Consortium Amsterdam "Hollandse Meesters"

Zaterdag 7 december, 14.00 uur (zie Agenda)

7-12GR

Bij Hollandsche meesters denken velen aan de beroemde schilders die Nederland heeft voortgebracht, maar men vergeet weleens dat ook in andere kunstvormen Nederlanders nog altijd mee doen doen in de internationale top. Dit programma bewijst dat 20e eeuwse Nederlandse componisten er in geslaagd zijn om prachtige, fascinerende nieuwe muziek te componeren zonder oude tradities overboord te zetten.



Programma:

- Daan Manneke: Soyons plus vite que rapide de depart (klarinet)
- Hendrik Andriessen: Sonatine (altviool en piano)
- Ton de Leeuw: Hommage a Henri (klarinet en piano)
- Rudolf Escher: Trio (klarinet, altviool en piano)

Uitgevoerd door: Coen Stuit (klarinet), Anna den Herder (altviool) en Jacobus den Herder (piano)

Pseaume 121 (onderdeel Kerstconcert)

Beste muziekminnaar,

Vol trots kondigen wij hierbij ons kerstconcert aan op vrijdagavond 20 december 20.15 uur met als solisten o.a.
Inkje Bakker (sopraan) en Henk de Vries (orgel) in de Gereformeerde Kerk vrijgemaakt, Noorderkade 2 te Harlingen.
Uitgevoerd gaan worden ondermeer delen uit de Weihnachtsgeschichte van Hugo Distler (1908-1942), de geniale
jonggestorven componist, die leefde onder het schrikbewind van de 2de wereldoorlog.
Verder is er muziek te horen van Messiaen, Bach, Gabrieli, Handl, Britten, Daan Manneke en Orlando di Lasso.

Een voorproefje van dit concert kunt u meemaken op zondag 15 december om 11.15 uur in de Lebuïnuskerk te Molkwerum.
(kopje koffie vanaf 10.45 uur)

Toegang: vrijwillige bijdrage

Wij heten u allen in grote getale van harte welkom, Dirk Dekker (dirigent) en Het Fries Madrigaal Koor

Uitvoering The Seasons en Puer Nobis Nascitur

poster-flyer 2013

Interview Trouw Canti Ornati

Klik hier om het interview van Peter van der Lint met Daan Manneke in Trouw te lezen (15-10-13). Geschreven in de serie De Schepping (deel 3).

Canti Ornati: wereldpremiere 12 oktober 2013

Op zaterdag 12 oktober 2013 gaat mijn Canti ornati in wereldpremière, uitgevoerd door het Groot Omroepkoor o.l.v. Gijs Leenaars in het Koninklijk Concertgebouw in Amsterdam. De concertante orgelpartij wordt gespeeld door Leo van Doeselaar, de organist van Het Concertgebouw. Het stuk is geschreven in opdracht van NTR Zaterdagmatinee.

Lees hier de programmatoelichting, geschreven door Bas van Putten.

Lees hier de VPRO-toelichting, geschreven door Marianne Broeder.

"Het Psalmen zingen is een levenslange bron van inspiratie". Lees hier het interview van Thea Derks met Daan Manneke.

quote lindgren

Onlangs, voorjaar 2013, stuurde de Zweedse schrijver Torgny Lindgren me een reactie na het beluisteren van mijn muziek.

‘It would be fantastic to be able to write prose as complex and at the same time as understandable as your music!‘

Mijn vier meesters

Binnenkort verschijnt bij uitgeverij Van Kemenade, Breda mijn boekje getiteld Mijn vier meesters.
 
In vier hoofdstukken kijk ik terug, beginnend rond 1946, op vier belangrijke leraren die me terzijde stonden bij mijn studie compositie en mijn beginnende loopbaan als componist.
Hoewel mijn eerste leraar,
Johannes Harthoorn, 1870-1951, feitelijk geen compositieleraar was, heeft hij mij het eerste gereedschap aangereikt: toonladders, drieklanken, septiemaccoorden en de betovering die ervan uitgaat als je accoorden verbindt en de verschillende stemmen mooi vloeiend laat doorlopen.
Na Harthoorn kwamen
Adriaan Kousemaker, 1909-1984, Jan van Dijk, 1918 en Ton de Leeuw, 1926-1996.
Met groot respect en bewondering denk ik terug aan deze meesters, die op het juiste moment en in de juiste volgorde in mijn leven kwamen.
Dit voorjaar, 2013, heb ik Jan van Dijk nog uitgebreid mogen spreken. Glashelder en met zijn messcherpe waarnemingen was het een vreugde deze vijfennegentigjarige meester weer te ontmoeten.
 
Daarnaast is iedere componist geboren rond 1940 - en later - hoe dan ook schatplichtig aan de meester bij uitstek:
Igor Strawinsky, 1882-1971. Geen componist heeft zo zijn stempel op de twintigste eeuw gezet als Strawinsky. Ik heb hem nooit persoonlijk ontmoet maar de voorbije eeuw is doordrenkt van zijn visionaire concepten, zijn hoogst eigenzinnige en veelsoortige muziek en zijn vlijmscherpe uitspraken.
Datzelfde geldt mijns inziens ook voor een andere gigant van de twintigste eeuw:
Olivier Messiaen, 1908-1992. Ik had het voorrecht verschillende lessen bij hem te kunnen volgen en van meet af aan heeft Messiaen mij betoverd, gevoed en gevormd.
Het zijn zowel de Apollinische Rus Strawinsky (met zijn glasheldere compositie Agon, 1957), als de Dionysische Fransman Messiaen (met zijn bedwelmende Turangalîla-symfonie, 1947), twee grootmeesters die me nu zo’n halve eeuw onverminderd in hun ban hebben.
 
Een groot deel van mijn werk bestaat uit vocale of vocaal/instrumentale stukken. De menselijke stem is mij eigenlijk het mooiste instrument. En al mijn werken ademen een soort vocaliteit, ook de louter instrumentale composities.
Mijn belangrijkste trefwoord is het begrip ruimte: naderen en verdwijnen, verdichten en dunner worden en versmelten. Fascinerend vind ik het fenomeen canon: een eenstemmige melodie met de potentie van meerstemmigheid.
 
Het boekje ‘
Mijn vier meesters’ wordt gepresenteerd door Bauke van Halem, na het concert van Cappella Breda met medewerking  van de organist Jos van der Kooy en de recitant Wim Arts. Dit concert wordt gegeven op zondag 29 september; ‘Sweelinckvespers’ begint om 16.00 uur in de Grote Kerk van Breda.   
 
 

Jonge pianiste

Onlangs gaf de jonge pianiste Laurie (2011) een pianorecital in het centrum van Amsterdam. Ze werd door de recensenten alom geprezen voor haar feilloze techniek, haar perfecte timing en haar ronduit verbluffende performance. Ook haar gesproken (summiere) toelichtingen trekken de aandacht. Ze speelt uitsluitend eigentijds repertoire. In dit geval 'Clusters for both hands' en 'How to climb a piano'.
De foto’s zijn gemaakt tijdens haar recente optreden door Laurie's vader, de fotograaf Thomas Manneke.
www.thomasmanneke.com

lauriepiano1lauriepiano2

Uitvoering Mise en scène

Op vrijdag 5 april 2013 gaven Doris Hochscheid en Isabel Vaz in het Conservatorium van Amsterdam een [prachtige] uitvoering van mijn Mise en scène (2007) voor twee violoncelli. Deze uitvoering is te zien/horen via de link: https://vimeo.com/63640475

Sweelinck-Vesper

NIEUWS omtrent de Sweelinck-Vesper, met onder meer Cappella Breda 
 
In het komend seizoen ga ik met ‘mijn’ kamerkoor Cappella Breda een ‘Sweelinckvesper’ uitvoeren. De (katholieke) Sweelinck (1562-1621) zelf heeft nooit een complete vesperdienst geschreven, maar uit zijn immense verzameling psalmen, motetten en andere geestelijke werken is met gemak een vesper samen te stellen. In het verleden is veelvuldig op die manier uit het bestaande oeuvre van een componist een mis, vesper of een andere liturgische dienst samengesteld, ‘gecomponeerd’.
Al in de voorchristelijke tijden werden ochtend- en avondgebeden gezongen.
Na de ontwikkelingen in de vroeg-christelijke kerk zien we dat in de derde eeuw, ca 225  na Chr. deze gebedsdiensten zich uitbreiden tot een zeven-uren-gebed, de zgn horae canonicae.
De vesper is het zesde getijdegebed, het avondgebed. Deze gezongen of gelezen getijden beginnen met de metten (lauden) en besluiten met de completen. De Vespers is een gezongen, of gelezen, psalmdienst, gecompleteerd met een Hymne en het Magnificat, de lofzang van Maria.

‘Onze’  Sweelinck-Vesper’ put uit een rijke psalmentraditie met als basis (tenminste) drie psalmen van Sweelinck, zijn Onse Vader in Hemelrijck en het sublieme, vijfstemmige Magnificat.
De verschillende medewerkende organisten spelen werken uit zijn instrumentale oeuvre, en in elke stad wordt werk van een plaatselijke componist uitgevoerd. Zo klinken er bijvoorbeeld in de Grote Kerk van Dordrecht composities van een Dordtse tijdgenoot van Sweelinck, de organist Henderick Speuy, én van de eigentijdse, in Dordrecht wonende, Peter Jan Wagemans (1952).
En in Breda zal  het Ave Maria van Herman Hollanders klinken. Hollanders was in de vroege 17e eeuw kapelmeester van de Grote Kerk van Breda.
Daarnaast zal de stemkunstenaar Wim Arts bij wijze van een gesproken ‘beschouwing’ poëzie reciteren. Ik vroeg aan de Nederlandse dichters Yvonne Né en Micha Hamel een ‘hommage aan Sweelinck’ te maken. Deze teksten zullen, mét het prachtige epitaaf dat Vondel schreef bij de dood van IOAN PIETERSEN SWELING, een vast onderdeel zijn van deze vesper.
De  hele ‘voorstelling’ duurt ruim één uur en heeft een theatrale dimensie met functionele mise-en-scenes.
Sedert mijn jeugd ben ik vertrouwd met het Geneefse Psalter en de muziek van Sweelinck is naast die van JS Bach, mijn eerste kennismaking met grote muziek geweest. Meer dan 50 jaar geleden voerde ik met mijn Zuid-Bevelands Dubbelkwartet psalmen van Sweelinck uit. Ik heb altijd een diepe betrokkenheid met deze componist gevoeld. Ooit werd deze ‘verwantschap’  door een recensent opgemerkt toen hij mij in het muziektijdschrift Luister, ‘De Sweelinck van de 20e eeuw’ noemde: de mooiste titel die ik me in dit leven kan voorstellen!
 
Voorlopig zijn de volgende  concerten gepland:
 
- 29 september , Grote-of OLVKerk Breda, 16.00u Cappella Breda m.m.v. Jos van der Kooy, orgel, Jacques Maassen, beiaard (in samenwerking met de Stichting Orgelconcerten Breda)
- 12 oktober, Grote Kerk Dordrecht, 20.00u Cappella Breda m.m.v. Cor Ardesch, orgel (in samenwerking met het Bach Festival Dordrecht)
- 8 december, Kapel Elzenveld Antwerpen, 11.00u Cappella Breda m.m.v. Jos Vogel, orgel (in samenwerking met Koorlink Antwerpen)
- 12 januari, 2014,  Grote-of Sint Jacobskerk Kerk Vlissingen 15.30u Cappella Breda m.m.v. Jos Vogel, orgel en beiaard (in samenwerking met Muziek Podium Zeeland)
Wim Arts, stemkunstenaar in alle voorstellingen.
 
Tot besluit:
 
‘Laet Swelincx beeltenis aentrecken uwe ogen,
De oren heeft hy self, noch levende, getogen: [...]’

 
Jacob Revius, (1586-1658) tijd-en stadgenoot (Deventer) van Sweelinck en een groot bewonderaar.
 
Ik hoop veel Sweelinck-liefhebbers te verwelkomen.
Daan Manneke.

Tweede Utrechter Te Deum

Zaterdag 13 april 2013 werd ter gelegenheid van de herdenking van de Vrede van Utrecht, 300 jaar, mijn Tweede Utrechter Te Deum (Concert voor orgel en drie koren) uitgevoerd. Uitvoerenden zijn de Domcantorij o.l.v. Remco de Graas en de huidige Domorganist Jan Hage. Het concert begint op 15.30uur en vindt plaats in de Domkerk te Utrecht.

Ik schreef dit werk in 2011 ter gelegenheid van het afscheid van de organist van de Dom, Jan Jansen op verzoek van de Domcantorij en Jan
Jansen.
Het werk is prachtig gedocumenteerd op CD, klik
hier voor meer info of om de cd te bestellen.

De compositie is tevens de aanleiding geweest voor de radio-documentaire
De Bedding die Aletta Becker maakte in 2011 voor Radio 4, met de titel: Een kathedraal van klank. Klik hier om de uitzending te beluisteren.

Interview The Seven Last Words

Voorjaar 2013 had ik voor de IKON een gesprek met Rienk Blom over mijn passiemuziek The Seven Last Words.

Klik
hier om het interview te beluisteren.

Canti Ornati, première 12 oktober 2013

Omtrent Canti Ornati, première 12 oktober 2013, 14.15u in de Grote Zaal van het Concertgbouw te Amsterdam
Groot Omroepkoor o.l.v. Gijs Leenaars en Leo van Doeselaar, orgel

Deze week (week 14, 2013) voltooide ik een koorwerk dat ik schreef in opdracht en op verzoek van Kees Vlaardingerbroek en de NTR-Zaterdagmatinee. Het stuk gaat op 12 oktober 2013 in première in de grote zaal van het concertgebouw van Amsterdam in het kader van de NTR-Zaterdagmatinee, aanvangstijd 14.15uur.
De uitvoerenden zijn het Groot Omroepkoor onder leiding van Gijs Leenaars en de organist Leo van Doeselaar, vaste bespeler van het orgel van het concertgebouw.

Ik splitste de ongeveer 50 zangers van het Omroepkoor in tweeën en zo staan aan weerszijden van het grote Maarschalkerweerd-orgel twee koren opgesteld in de traditie van de Venetiaanse dubbelkorigheid, de zogenaamde Cori Spezzati uit de 16e en 17e eeuw met de beide grootmeesters Gabrieli, Monteverdi en de Noord-Duitse Venetiaan Heinrich Schütz.
Dat is een heel mooie, dynamische muziekpraktijk van het over en weer musiceren, of het uitspelen van tegenstellingen, kortom een manier van doen die ik al mijn hele componistenbestaan beoefen. Het trefwoord is steeds ‘ruimte’ en mijn compositie evoceert die monumentale muziekpraktijk.

Als tekst koos ik een prachtige frase uit het Boek der Wijsheid van Jezus Sirach, een rabbijn uit het voorchristelijke tijdperk, ca 180 voor Christus. (Jezus Sirach 42:15 –25). Hij bezingt de schoonheid en de volmaaktheid van het geschapene. Eeuwen later zal een verre nazaat van deze oudtestamentische geleerde, de geniale Nederlander Baruch Spinoza (1632-1677) eveneens de lof zingen over dit volmaakte universum. En zijn visionaire uitspraak ‘Deus sive Nature’ - God of de Natuur - beroert ons nog hevig tot op dit moment.

Mijn compositie, getiteld Canti Ornati, Versierde Gezangen, bestaat uit vijf delen die eigenlijk als één groot doorgecomponeerd geheel te horen zijn.
De delen één tot en met vier zijn dubbelkorig. In het laatste deel splitsen deze beide koren zich op in zes kleine koortjes die zich over de zaal verspreiden. Dit deel, getiteld Canto Pieno a 25, bestaat uit een 24-stemmige canon (6 maal 4) en een éénstemmig koraal. Dit koraal, het prachtige Duitse kerklied ‘Wie schön leuchtet der Morgenstern’ geeft aan de statische, in zichzelf ronddraaiende canon ‘na verloop van tijd’ een onverwachte richting en toekomst.

Met veel vreugde heb ik de laatste maanden aan dit stuk gewerkt. Het componeren voor musici die ik ken, in dit geval ook nog eens oud-leerlingen, is zonder uitzondering altijd heel inspirerend en uitdagend. Heel graag heb ik dit werk dan ook, mede, aan hen opgedragen.
Ik verheug me bijzonder op dit concert.