2016

Van Baerletrio speelt Tombeau pour Ton de Leeuw, 1926-1996

VanBaerleTrio
Aanstaande vrijdag 6 januari 2017, 20.15u Tivoli Utrecht, speelt het veel gelauwerde Van Baerletrio mijn Tombeau pour Ton de Leeuw, 1926-1996.
De eerste versie van deze hommagemuziek voor Ton de leeuw schreef ik in 1996, een vocaal madrigaal voor het Egidiuskwartet: Egidius waer bestu bleven.
Later volgden een gambasolo, een cellosolo, een cello-piano versie voor Frans van Ruth en Doris Hochscheid, een cello-harp versie
en tenslotte het genoemde pianotrio voor het Van Baerletrio. 
Deze pianotrio-versie beleeft dus  vrijdag 6 januari 2017, 20.15u haar eerste uitvoering in Tivoli/Vredenburg, Utrecht.
Het concert wordt tevens live uitgezonden op Radio 4, 20.15u: het Max-avondconcert.
De drie musici van het trio zijn Maria Milstein viool, Gideon den Herder cello en Hannes Minnaar piano.
www.vanbaerletrio.com
facebook

Nederlands Studenten Kamerkoor op tournee

NSK
Het NSKK begint dit voorjaar - 2017 - aan haar 35e editie en trekt van half februari tot begin maart langs negen Nederlandse universiteitssteden.
Het koor heeft een grote staat van dienst en is een heel graag gehoord én gezien ensemble.
Het NSKK heeft in het verleden regelmatig werk van me uitgevoerd en ook dit jaar staat een compositie van mij geprogrammeerd: Madrigaal uit 1976 op een Nederlandse tekst van Jo Jansen.

Het korte gedicht beschrijft een uit zijn cocon te voorschijn komende vlinder : de koninginnepage.
Ze ontvouwt haar vleugels en ze schittert voor het eerst in al haar pracht in het zonlicht.
 
Al vele jaren ben ik een groot bewonderaar van dit koor: het musiceert heel gewetensvol en met een groot kritisch vermogen.
Maar de grootste charme is stellig de aanstekelijke flair en brutale vitaliteit.
Eigenlijk is het een koor waar veel reguliere koren en dirigenten eens een oor te luisteren zouden moeten leggen. (Met minder dan deze vier werkwoorden krijg ik het niet gezegd!)
Het is niet alleen het ‘andere’ repertoire maar ook de uitstralende bewegelijke ‘theatraliteit’.
Dirigent Kurt Bikkembergs is een ware klankmeester en weet als geen ander zijn zangers te motiveren.

Ik zie weer graag de komende tournee tegemoet.
Van harte aanbevolen, dus.
zie ook: www.nskk.nl
www.daanmanneke.nl

Nieuwe werken op de valreep van 2016

Bij Donemus, muziekuitgeverij, www.donemus.nl zijn op de valreep van dit jaar, 2016, twee werken uitgekomen die in mijn oeuvre een bijzondere plaats innemen.
Het betreft de composities Le Bouquet voor orgel en het motet Bonum est voor orgel en vrouwenstem(men).
Hoewel beide composities min of meer vanuit een liturgische intentie zijn ontstaan kunnen beide werken in het seculiere concertcircuit stellig een plaats innemen.

Op verzoek én in opdracht van Jos van der Kooy schreef ik ter gelegenheid van zijn vijftigjarig organistenjubileum - in 2017- een ‘Psalmenconcert’.
Dit werk, een hommage aan Jan Pzn Sweelinck [1562-1621] is gebaseerd op een zestal psalm-melodieën uit het beroemde Europese erfgoed,
het zogenaamde Geneefs Psalter, midden 16e eeuw.
In overleg met van der Kooy koos ik de psalmen 8, 116, 17, 122, 65 en 138. Een soort bloemlezing.
Een onderdeel van deze instrumentale compositie is dat deze psalmen altererend door enkele zangers (kunnen) worden gezongen in de oorspronkelijke Franse berijming.
De titel Le Bouquet leek mij een mooie feestelijke titel voor deze jubilaris.
Als geen ander heeft van der Kooy zich vele jaren als uitvoerder én ambassadeur voor mijn orgeloeuvre ingezet.
En als gedreven docent hebben zijn talrijke leerlingen mijn werk veelvuldig in binnen- en buitenland op concoursen en recitals gespeeld.

De première van Le Bouquet vindt plaats op zondag 2 april 2017, 16.30u tijdens een Vesperdienst in de Grote- of Lebuïnuskerk van Deventer; NB de geboorteplaats van Sweelinck.
De uitvoerende musici zijn Jos van der Kooy en zijn oud- leerling Kirstin Gramlich, organiste van de kerk.
Daarnaast zingt Cappella Breda onder mijn leiding psalmen van Jan Pzn Sweelinck en Clemens non Papa.
Het kan niet mooier.

Daarnaast scheef ik in opdracht van de Protestantse Laurentiuskerk van Ginneken (Breda) een kort motet voor de zondag Septuagesima, zeventig dagen voor Pasen.
De psalmlezing voor die zondag is Psalm 92.
De gebruikte tekst is gekozen uit de Latijnse Vulgaat (Psalmus 92) de verzen één tot en met vijf.
En tevens is dit stuk gebaseerd op de prachtige melodie van Pseaume XCII, Geneefs Psalter, en maak ik gebruik van de Franse berijming van Théodore de Bèze (1519-1605).
Dit werk evoceert de 17-eeuwse muziekpraktijk zoals die bestond rond de beroemde abdij en het vrouwenklooster Port-Royal in Parijs.

De eerste uitvoering zal zijn op zondag septuagesima, 12 februari 2017, (16.00u?) in de sfeervolle Protestantse Laurentiuskerk, Ginneken.
De uitvoerende musici zijn Gijs van Spankeren, organist van de kerk en de sopraan Corinne van Wijk.
Maar door een briljante ingeving van Jos van der Kooy, zal die zondag dit korte motet in minstens veertien Nederlandse kerken tot klinken komen.
Binnenkort zal ik op mijn site www.daanmanneke.nl in de AGENDA de plaatsen/kerken/tijden én de musici aanreiken die betrokken zijn bij deze uitvoeringen.

Omtrent The Seven Last Words

Onlangs maakte de muziek-fotograaf Gonnie Goossens een serie symbolische foto’s bij mijn koorwerk The Seven Last Words, 2010.
Ze maakte gebruik van de prachtige CD-registratie door het koor Studium Chorale o.l.v. Hans Leenders met Dirk Luijmes aan het harmonium.
Het betreft de CD Soyons plus vite, label Quintone, 2014
Tevens is er bij deze registratie een link naar de vliegramp MH 17.
Gonnie Goossens: ‘Ook deze slachtoffers spraken hun laatste woorden.’
De beelden kunnen ook tijdens een live-uitvoering geprojecteerd worden.
CD-rom en draaiboek zijn beschikbaar.
Informatie is tevens te verkrijgen bij de fotograaf Gonnie Goossens:
gonnie.goossens@kpnmail.nl

Lezing 'Hedendaagse Kerkmuziek'

Lezing Kerkmuziek
Dinsdag 20 september 2016, aanvang 20.00 uur, Ludenkapel te Doorn.

Bij de term “kerkmuziek” zullen de meeste mensen denken aan Gregoriaans, aan Palestrina, Schütz, Bach of Mendelssohn … met andere woorden, aan muziek van eeuwen her. Een enkeling noemt misschien – als uitzondering op de regel – de naam van Arvo Pärt. Kerkmuziek wordt echter tot op de dag van vandaag geschreven. Componisten laten zich daarbij enerzijds inspireren door oude muziek, anderzijds door ontwikkelingen in de hedendaagse muzikale stromingen.

Daan Manneke zal vier miscomposities behandelen en vergelijken, van Ton de Leeuw, Frank Martin, Arvo Pärt en van hemzelf – met een linkje naar de mis van Igor Strawinsky Het is fantastisch dat wij op deze avond Daan Manneke in ons midden mogen verwelkomen. We rekenen op een grote opkomst!
Toegang € 7,50; leden/vrienden € 5,-

Klik hier voor meer informatie en klik hier voor de routebeschrijving.

AUBE bij de opening van het Internationele Orgelfestival, Haarlem

Orgel Bavo
Op  zaterdag 16 juli, 20.15u  zal tijdens de opening van het 51e Internationale Orgelfestival Haarlem een aantal werken van mij worden uitgevoerd.
 
Het betreft het orgelwerk Et in Tempore Vesperi erit Lux [1991], de Trois petites Symphonies pour Orgue 1967] in een bewerking voor accordeon en Aube voor vier koren en orgel [2016].
Dit laatste werk beleefde dit voorjaar - 2016 - zijn première in de grote zaal van het Amsterdamse concertgebouw. Het betreft een opdracht van de NTR-ZaterdagMatinee.
De compositie oogstte veel bijval van pers en publiek. [Uitvoerenden waren Het Groot Omroep Koor olv Marcus Creed en Leo van Doeselaar, orgel]
 
De uitvoering op 16 juli aanstaande vindt plaats in de Haarlemse Grote- of Sint Bavo Kerk en de uitvoerenden zijn voor deze gelegenheid het koor Consensus Vocalis olv Klaas Stok en [weer] de organist Leo van Doeselaar.
Het orgelwerk Trois petites Symphonies is bewerkt én wordt gespeeld door de jonge, virtuoze Nederlandse accordeonist Vincent van Amsterdam.
Aube – dageraad - op tekst van Arthur Rimbaud, is geschreven voor vier ruimtelijk opgestelde koren, een soort N-O-Z-W. Het stuk bestaat uit acht delen en elk deel ontwikkelt zich. Maar ook het geheel ontplooit zich tot een absoluut ‘tutte la forza’ in het voorlaatste deel.
 
De opname van dit concert zal op Radio 4 op zondag 24 juli, 20.15u worden uitgezonden in het Max-Avondconcert – maar het ruimtelijke ‘San Marco’- effect is pas te ervaren door erbij te zijn.
  
In het centrum van de stad Haarlem staat als een immens bolwerk de monumentale Grote- of Sint Bavo Kerk.
En in dit gebouw bevindt zich zoiets als een wereldwonder: het beroemde Christian Müller orgel. Toen dat instrument in 1738 gereed kwam, gold het als het grootste orgel ter wereld. De componisten Händel en Mozart bespeelden het instrument.
 
De stad Haarlem koestert en ‘bespeelt’ dit unieke wereld-erfgoed op een voorbeeldige manier. Allereerst  zijn er de wekelijkse orgelconcerten van onder meer de stadsorganist Jos van der Kooy.
Maar daarnaast vindt voor de 51e keer dit jaar, het befaamde tweejaarlijkse ‘Internationale Orgelfestival Haarlem’ plaats. Van 16 tot 30 juli zindert de stad van opwindende en grensverleggende gebeurtenissen voor en met orgel.  Het internationale festival heeft een wereldwijde uitstraling en wordt door vele kenners en liefhebbers bezocht.

Ik verheug me zeer op de komende ‘Haarlem’concerten en in het bijzonder op het openingsconcert. Veel meer kan een componist zich niet wensen!
Voor informatie over het festival, concerten, improvisatieconcours, masterclasses, kaarten etcetera zie:
 
www.orgelfestivalhaarlem.nl

Januari 2016

In de loop van mijn vijftigjarig componistenbestaan schreef ik ongeveer 300 stukken.
Mijn eerste ‘echte’ stuk is het kleine motetje voor koor a capella, ‘Je lève mes yeux,’ pseaume 121 uit 1964.
Sommige stukken zijn in de loop der jaren uit mijn herinnering verdwenen, of de titels zijn me ontschoten.
Intussen is de door Jaap-Jan de Rooy, [historicus/musicus] prachtig ingerichte werkenlijst erg nuttig om mijn geheugen op te frissen. Deze lijst is op mijn site te vinden.
Het is me in de loop van de jaren opgevallen dat sommige composities me dierbaarder, interessanter zijn dan andere.
Het komt ook voor dat een ‘geliefd’ stuk later mijn interesse verliest en tevens dat ik een wat verscholen/ondergeschoven compositie juist veel meer ben gaan waarderen.

Verschillende werken heb ik na verloop van tijd heringericht, of bepaalde delen uit een compositie benutte ik opnieuw en zette ik in een nieuwe omgeving: herinrichting.
Die herinrichtingen zorgen voor reflectie en actief componeerplezier.
Dat hernemen kan op velerlei manieren gebeuren. Een instrumentaal stuk kan vocaal worden of omgekeerd. Een vocale compositie kan een andere tekst krijgen. Een klein stuk kan worden uitvergroot of een monumentaal werk kan een kleinere lay-out krijgen. Sommige stukken kunnen versmelten tot een nieuwe compositie; zie ook het ‘archipel’-concept.

In 1974 schreef ik een stuk getiteld Three Times, voor groot koor en blazers. Daarin komt [voor het eerst] een koraal-achtige melodie voor die me tot op de dag van vandaag bezig houdt.
Ik denk dat ik die melodie intussen wel een keer of twaalf heb hernomen.
De laatste versie is heel recent. Ik gebruikte hem in een compositie voor gelijke stemmen en accordeon La Primavera, deze week gereed gekomen.
Het stuk is geschreven in opdracht van Het Nationaal kinderkoor olv Wilma ten Wolde ter gelegenheid van het vijfentwintigjarig bestaan van dit koor.
De melodie is hieronder afgedrukt.

Melodie


Die herinrichting doe ik meestal zelf maar soms gebeurt dat door een collega.

Bij deze een kleine geschiedenis van zo’n hernomen stuk.
In 1996 overleed mijn leraar en dierbare vriend Ton de Leeuw, 1926-1996.
Voor het befaamde Egidiuskwartet schreef ik als een ‘In memoriam Ton de Leeuw’ het madrigaal ‘Egidius waer bestu bleven?’.
Een korte tijd later maakte ik in zorgvuldige samenwerking met de gambist Ralph Meulenbroeks een intavolatie voor gamba-solo: ‘Tombeau pour Ton de Leeuw’.
Wat later herschreef ik deze versie voor cello solo. [Deze solo-versie is door Ewout van Dingstee prachtig opgenomen op de CD Soyons plus vite, label Quintone.]
Op verzoek van het duo Frans van Ruth en Doris Hochscheid schreef ik een nieuwe editie voor piano [ook quatre-mains] en cello; mooi uitgegeven in een donemus special edition.
Voor mijn CD Tombeau [2014, eigen beheer] richtte ik het stuk in voor de combinatie harp-cello en onlangs instrumenteerde ik het voor viool-cello-piano: voor het Van Baerletrio.
Tenslotte maakte mijn oud-leerling de componist/dirigent Rens Tienstra op mijn verzoek van het oorspronkelijke vierstemmige, [solistische] madrigaal een vijfstemmige zetting voor kamerkoor: terug naar de vocale bron.
En nu laatste woord over deze Tombeau pour Ton de Leeuw.
Thuisgekomen van het bezwerende Calefax-concert [donderdag 28 januari 2016, Tivoli-Utrecht], maakte ik voor deze vijf tovenaars een dag later mijn- voorlopig- laatste versie voor Calefax: altklarinet, althobo, altsaxofoon, basklarinet en fagot. Een Tombeau à 5 voor lage rietblazers in lage tessituur: Grave, profondo e lontano.
Zo gaan die dingen. 

De komende maanden wordt er her en der veel werk uitgevoerd: zie mijn site-agenda.
Verschillende van de uit te voeren werken zijn herinrichtingen.
Ik noem er enkele.
Het beroemde rietensemble CALEFAX, [ze vieren dit jaar hun dertigjarig bestaan] toert het land door met het door Raaf Hekkema gemaakte arrangement van het harmoniumstuk Archipel VII.
De nieuwe titel is Archipel VII/Double.
Op verzoek van dirigent Fokko Oldenhuis en saxofonist Ties Mellema voegde ik aan het a capella koorwerk Le Pavillon een autonome baritonsaxofoon-laag toe: Le Pavillon/Double.
Een andere ‘double’: op verzoek en in opdracht van het Haarlemse Kamerkoor Doulce Memoire en zijn dirigent Felix van den Hombergh schreef ik een muzikaal commentaar op het 16e-eeuwse gelijknamige madrigaal van Pierre Sandrin met de nieuwe titel Doulce Memoire/Double.
Eén van de eerste edities- zie boven- van Tombeau pour Ton de Leeuw, voor cello solo, klink in het concert dat Maria van Nieukerken geeft met Cappella Amsterdam, gespeeld door Angela Stevenson.

Tenslotte wil ik graag de première noemen van de compositie ’Aube’, op een tekst van Arthur Rimbaud, voor koor en orgel.
Geschreven voor de prestigieuze NTR-ZaterdagMatinee, 20 februari, 2016 in de Grote Zaal van het Amsterdamse Concertgebouw met het Groot Omroepkoor olv Marcus Creed en Leo van Doeselaar, orgel.
Dit stuk noem ik voor de grap mijn prive Hohe Messe. Het is een muzikale reflectie op belangrijke bronnen als het gregoriaans, de renaissance- polyfonie, volksmuziek, modaliteit, hybride elementen, ruimtelijkheid, kortom mijn eigen klank-archipel.

Een componist zonder vertolker is een leeg vat.
Veel, wellicht hoegenaamd al mijn compositie zijn ontstaan op verzoek van en vaak in nauwe en leerzame samenwerking met bevlogen en briljante musici.
Met velen koester ik een jarenlange, hartverwarmende vriendschap.

winter 2016