Madrigalen voor Koor en Blazers - Jubileum Brabants Kamerkoor

BrabantsKamerkoor
Het Brabants Kamerkoor onder leiding van Fokko Oldenhuis bestaat in 2014 vijfenzeventig jaar. Ter gelegenheid van dit jubeljaar schreef ik op verzoek én in opdracht van het koor de compositie ‘Madrigalen voor Koor en Blazers’.
 
Deze compositie is een uitgebreide en heringerichte versie van mijn koorwerk  Liturgien, voor a capella koor uit 2009.
Behalve muzikale, redactionele verfijningen voegde ik een dubbel blaaskwintet toe. Deze blazersbezetting is identiek aan de blazers die Igor Strawinsky voorschrijft in zijn Mass for a Mixed Chorus and a Double Wind Quintet uit 1948: vijf koperblazers en vijf houtblazers.
Strawinsky evoceert in zijn Mass de renaissance, een muziekperiode die hem zeer dierbaar was. De beide blaaskwintetten zijn dan ook ‘renaissance-’koren: homogeen van samenstelling. Er is een ‘scherp’ koperkoor, (twee trompetten en drie trombones) en een al even scherp, -boventoonrijk – houtkoor: drie hobo’s en twee fagotten; dubbelrieten.
Tijdens de jubileumconcerten op 15, 16 en 17 mei 2014 wordt door het jubilerende BKK onder meer ook deze mis van Strawinsky uitgevoerd. Het is een van mijn favoriete werken en ik verheug me erop dit meesterwerk te horen.
 
De teksten die ik voor mijn madrigalencyclus gebruik zijn van drie Duitse grootmeesters: Rilke, Trakl en Hölderlin.
 
Mijn compositie bestaat uit vijf delen, het middelste deel is een instrumentaal concert voor de tien blazers.
In elk deel is het blazerscollectief anders ingevuld. In het eerste deel gebruik ik alle instrumenten in een gemengde bezetting, in deel twee alleen de rieten, deel drie is een (instrumentaal) Concert voor gemengde blazers, deel vier benut uitsluitend de lage instrumenten: twee fagotten en drie trombones. In het vijfde, dubbelkorige deel staan de twee ‘renaissance’-koren ruimtelijk bij de vokale koren opgesteld.
 
Deze antifonale, vaak flamboyante musiceerpraktijk is in de zeventiende eeuw door onder meer de ‘San Marco’- componisten uit Venetië  tot grote bloei gekomen en door talrijke  componisten in later tijden gebruikt en uitbundig uitgebuit.
Mijn compositie krijgt  door het toegevoegde blazerskoor een rijke sonoriteit en een monumentale, ‘Venetiaanse’ allure.
 
Ook de uitvoeringsplaats is van wezenlijk belang: verlangd wordt een monumentale en akoestisch gulle (kerk)ruimte. De ruimte waarin een ensemble musiceert is tenslotte een mee-resonerende zangbodem, een eerste voorwaarde om de muziek vleugels te geven.
 
Ik draag mijn Madrigalen voor Koor en Blazers op aan het Brabants Kamerkoor en zijn voortreffelijke, energieke ‘sanghmeester’ Fokko Oldenhuis.
Van harte wens ik koor en dirigent een muzikaal en daadkrachtig vervolg van hun koorcarrière toe: ‘If music be the food of love: play on!’
 
Daan Manneke
 
zie ook: www.brabantskamerkoor.nl