Psalmenrequiem




Het Psalmenrequiem heb ik in 2004 geschreven naar aanleiding van een privé- opdracht van Paul Hameleers. Hij was een musicus die samen met Felix de Nobel ooit het Nederlands Kamerkoor oprichtte. Er was een tragische aanleiding: één van zijn zonen was aan een hartstilstand overleden. Paul Hameleers wilde een requiem laten maken ter nagedachtenis.

Het was een opdrachtwerk in de meest directe zin van het woord. Beter kon je het eigenlijk niet hebben. Hameleers en ik hebben overlegd over de opzet van de compositie. Daarbij was één woord van hem vaak genoeg om mij weer op het goede spoor te zetten.

We kozen ervoor om wél de gebruikelijke misdelen van het requiem te gebruiken maar niet met de bijbehorende Latijnse tekst. In plaats daarvan kwamen psalmteksten uit de bijbel die pasten in het karakter van het betreffende misdeel. Deze zijn weliswaar ook in het Latijn maar geven het werk een meer open, oecumenisch karakter.

Paul Hameleers kende mijn werk en wist dus voor welk muzikaal idioom hij koos. De muziek is niet modernistisch maar grijpt terug op de oude en middeleeuwse muziek. De keuze voor de harp is gemaakt op voorspraak van Hameleers. Hij stelde voor om het instrument te kiezen dat ook in de bijbel door (profeet) David wordt bespeeld ter begeleiding van zijn psalmteksten.

De eerste uitvoering van het Psalmenrequiem vond plaats in 2005 in de Noorderkerk in Amsterdam. De uitvoerenden waren leden van het Groot Omroepkoor onder leiding van Frank Hameleers, een andere zoon van Paul Hameleers. Het was een gebeurtenis die me nog steeds in het geheugen staat gegrift. De bijzondere ontstaansgeschiedenis en première van het werk maken het tot één van de composities die me het meest na aan het hart ligt.

Nadien is het Psalmenrequiem nog meermaals in verschillende versies uitgevoerd. Er is een arrangement voor strijkers in plaats van harp gemaakt en het is een keer met een kleiner bezet koor en twee harpen uitgevoerd. Tegenwoordig juich ik de uitvoering van mijn composities in een andere zetting toe. Ik neem daarin een voorbeeld aan de manier van werken die in de Renaissance gebruikelijk was en ben vaak juist benieuwd welk ander licht dat op mijn werk werpt.

Hoite Pruiksma heeft als dirigent van Capella Frisiae meermaals koorwerken van mij uitgevoerd. Ook hij is iemand die, op een heel muzikale manier, de compositie een eigen draai geeft. Met Luuk Tuinder, de dirigent van deze uitvoering, heb ik inmiddels ook gesproken. Ik kijk uit naar de concerten en kom zeker luisteren.