Uitvoering Eptaaf-Ricercare door Brisk/Camerata-Trajectina en het Gesualdo Consort

CameraTrajectina Brisk
Op verzoek en in opdracht van het Hemony Ensemble o.l.v. Simon Groot schreef ik in 2009 een compositie voor zes zangers en een klein ensemble op de beroemde tekst die Joost van den Vondel (1587-1679) schreef bij de dood van Jan Pzn Sweelinck (1562-1621) wiens 450e geboortejaar dit jaar - 2012 - overal in den lande wordt herdacht.
 
Uitvoeringen op:
- 2 maart 2012 in Arnhem om 20.15 uur; door
Camerata-Trajectina en Brisk
- 17 mei 2012 in Deventer om 16.00 uur; door
Camerata-Trajectina en Brisk
- 11 september 2012 in Nijmegen om 20.30 uur; door
het Gesualdo Consort

Zie ook
agenda.

Uit programma "De variërende Sweelinck" van Brisk + Camerata Trajectina:

Épitaphe Double
van Daan Manneke is het tweede hedendaagse werk op dit programma. Hij zegt er zelf over: “Het werk bestaat uit drie delen: Epitaaf (gezongen titel/opschrift], Canto en Ricercare. Na het gezongen opschrift (op meester Joan Pietersen Sweling ...) volgt een koraal dat bestaat uit vijf frasen. Het materiaal is sterk verwant aan het lied Mein junges Leben hat ein End. Stijgende en dalende toonladders beschrijven de lofzang van Vondels gedicht op zijn Amsterdamse congeniale stadgenoot Sweling. In de zesstemmige Ricercare wordt de melodie van de Canto in verschillende tempi gezongen; canons in proportie. Dit concept is een prachtig middel om polyfonie, meerstemmigheid, te bedrijven en dit principe werd in de renaissance veelvuldig en graag gebruikt. In mijn Ricercare wordt de samenklank zo dicht en ondoordringbaar dat het omgekeerde gebeurt: de polyfone lijnen vertroebelen en leiden tot steeds wisselende, clusterachtige samenklanken. Er is een soort “goddelijcke galm” gemaakt die eigenlijk ook nooit meer hoeft te eindigen en een soort eeuwigheid oproept. Deze tijdelijke “eeuwigheid” van enkele minuten wordt afgebroken door de inzet van Sweelincks eigen canon Vanitas Vanitatum, over de vergankelijkheid en de vluchtigheid van het leven. Overigens is een canon als vorm ook bij uitstek een stukje eeuwigheid: je moet een canon ergens - op afspraak- stoppen want “uit zichzelf” gaat hij gewoon door. Mijn Épitaphe-Double, de nieuwe naam voor deze versie, is een evocatie van de renaissance en een hommage aan onze grote Nederlandse Meester Sweling, Phoenix der Musijcke.”
 
Het Gesualdo Consort
Op Meester
IOAN PIETERSEN SWELING,
Phoenix der Musijcke, en Orgelist van Amsterdam.
 
Dit’s Swelings sterflijk deel, ten troost ons nagebleven,
‘t Onsterflijk hout de maat by Godt in ‘t eeuwig leven,
Daar streckt hy, meer dan hier kon vatten ons gehoor,
Een goddelijcke galm in aller Englen oor.
 
Epitaaf voor Jan Pzn Sweelinck
van Joost van den Vondel