Vervolg 'Gedanken zu Bach'
30/06/20 23:29
Omtrent Gedanken zu Bach
Op verzoek en in opdracht van de musicus Hannes Minnaar schreef ik deze pianocompositie.
Van meet af aan was er de intentie dat dit stuk een verbinding moest hebben met het werk van Johann Sebastian Bach.
Vervolgens kwam de connectie met meer bepaald Bachs Goldbergvariaties BWV 988 in beeld.
Tijdens dit componeertraject [2020] ‘regeerde’ op dramatische manier de wereldwijde corona-pandemie.
Deze gebeurtenis leidde mede tot de uiteindelijke compositie met de definitieve titel:
Gedanken zu Bach
Ach wie flüchtig, ach wie nichtig
AD 2020
Centraal in de compositie staat het Duitse kerklied Ach wie flüchtig, ach wie nichtig.
Dit ernstige lied [tekst en melodie] werd in 1652 geschreven door de Duitse laat-renaissance [vroege barok] dichter-componist Michael Franck, 1609-1667.
(Europa werd decennia- lang geteisterd door de verwoestende dertigjarige oorlog , beëindigd met de Vrede van Munster in 1648.)
Bach gebruikt dit koraal van zijn landgenoot Michael Franck in zijn gelijknamige Kantate BVW 26 .
In het derde deel van mijn compositie, de Aria-Ayre, benut ik Bachs zetting van het slotkoraal - Ach wie flüchtig- uit deze Kantate.
Verder zijn onder meer in Gedanken zu Bach verre echo’s te horen van John Dowlands Ayre ‘Flow my tears’ en van Hans Leo Hassler ‘Mein G’müt ist mir verwirret’.
(Dit oorspronkelijk wereldlijke lied is de bron geweest voor talrijke zeer geliefde hymnen en kerkliederen waaronder Herzlich tut mich verlangen en O Haupt voll Blut und Wunden.)
Hoewel de compositie uit zes [korte] delen bestaat heeft het werk toch de intentie van één doorgaande organische ‘Fantasia’.
I. Lontano unisono
II. Toccata primo
III. Aria - Ayre (Ach wie flüchtig, ach wie nichtig/Flow my tears)
IV. Intermezzo sospeso
V. Evocazione BWV 854, (Berceuse)
VI. Toccata secundo
Van harte draag ik deze compositie op aan Hannes Minnaar.
Daan Manneke, 2020
Ach wie flüchtig, ach wie nichtig,
ist der Menschen Leben!
Wie ein Nebel bald entstehet
und auch wieder bald vergehet
so ist unser Leben sehet.
Ach wie flüchtig, ach wie nichtig
sind der Menschen Sachen!
Alles, Alles was wir sehen,
das muss fallen und vergehen,
wer Gott fürcht wird ewig stehen.
Michael Franck 1609-1667
Op verzoek en in opdracht van de musicus Hannes Minnaar schreef ik deze pianocompositie.
Van meet af aan was er de intentie dat dit stuk een verbinding moest hebben met het werk van Johann Sebastian Bach.
Vervolgens kwam de connectie met meer bepaald Bachs Goldbergvariaties BWV 988 in beeld.
Tijdens dit componeertraject [2020] ‘regeerde’ op dramatische manier de wereldwijde corona-pandemie.
Deze gebeurtenis leidde mede tot de uiteindelijke compositie met de definitieve titel:
Gedanken zu Bach
Ach wie flüchtig, ach wie nichtig
AD 2020
Centraal in de compositie staat het Duitse kerklied Ach wie flüchtig, ach wie nichtig.
Dit ernstige lied [tekst en melodie] werd in 1652 geschreven door de Duitse laat-renaissance [vroege barok] dichter-componist Michael Franck, 1609-1667.
(Europa werd decennia- lang geteisterd door de verwoestende dertigjarige oorlog , beëindigd met de Vrede van Munster in 1648.)
Bach gebruikt dit koraal van zijn landgenoot Michael Franck in zijn gelijknamige Kantate BVW 26 .
In het derde deel van mijn compositie, de Aria-Ayre, benut ik Bachs zetting van het slotkoraal - Ach wie flüchtig- uit deze Kantate.
Verder zijn onder meer in Gedanken zu Bach verre echo’s te horen van John Dowlands Ayre ‘Flow my tears’ en van Hans Leo Hassler ‘Mein G’müt ist mir verwirret’.
(Dit oorspronkelijk wereldlijke lied is de bron geweest voor talrijke zeer geliefde hymnen en kerkliederen waaronder Herzlich tut mich verlangen en O Haupt voll Blut und Wunden.)
Hoewel de compositie uit zes [korte] delen bestaat heeft het werk toch de intentie van één doorgaande organische ‘Fantasia’.
I. Lontano unisono
II. Toccata primo
III. Aria - Ayre (Ach wie flüchtig, ach wie nichtig/Flow my tears)
IV. Intermezzo sospeso
V. Evocazione BWV 854, (Berceuse)
VI. Toccata secundo
Van harte draag ik deze compositie op aan Hannes Minnaar.
Daan Manneke, 2020
Ach wie flüchtig, ach wie nichtig,
ist der Menschen Leben!
Wie ein Nebel bald entstehet
und auch wieder bald vergehet
so ist unser Leben sehet.
Ach wie flüchtig, ach wie nichtig
sind der Menschen Sachen!
Alles, Alles was wir sehen,
das muss fallen und vergehen,
wer Gott fürcht wird ewig stehen.
Michael Franck 1609-1667