Zondag 2 juli dirigeer ik mijn afscheidsconcert van Cappella Breda in de Grote- of Onze Lieve Vrouwe Kerk van Breda. Het concert begint om 16.00u en duurt ongeveer één uur.
Na afloop is er een receptie in de kerk.
Medewerkenden zijn Jelena Bazova (orgel), Joris van Haaften (cello) en Wim Arts (recitant).
Ruim veertig jaar geleden, in 1976, richtte ik het kamerkoor Cappella Breda op, toentertijd nog Cappella sine Nomine geheten.
In de loop van deze vier decennia ontwikkelde het koor zich tot een veelgevraagd ensemble. Op vele binnen- en buitenlandse podia zong Cappella Breda eigenzinnige stukken in al even eigenzinnige programma’s in uitgekiende mise-en-scènes. In de pers regelmatig ‘grensverleggend’ genoemd. Talloze nieuwe koorwerken klonken voor het eerst in de Baronie van Breda en ver daarbuiten.
Premières van nooit uitgevoerde (oude) meesters, onder meer een mis van Adriaan Willaert, de prachtige ‘Bredase’ motetten (ca 1637) van de ‘sanghmeester van de Grote Kerk van Breda’ Herman Hollanders.
En een ruimtelijke, vierkorige Vespers van Ludovcio Viadana: flamboyant en bedwelmend.
Maar ook de ‘première’ van de Missa Silabica van Arvo Pärt (1935) met de medewerking van het heel jonge, intussen wereldberoemde, dertig jaar bestaande rietensemble Calefax.
Arvo Pärt toonde zich bijzonder ingenomen met deze vocaal-instrumentale versie.
Vele malen zijn we gevraagd deze werken elders te komen zingen.
Verschillende producties zijn op CD gedocumenteerd.
Het koor vervulde en vervult nog steeds een ‘toonaangevende ambassadeursrol voor de stad Breda en wijde omstreken’. (Citaat van oud-burgemeester Peter van der Velden)
Naast de vele concerten die CB ieder jaar in den lande geeft heeft het koor in Breda twee zeer goed bezochte series in het leven geroepen: de in 2000 gestarte traditie ‘Palmzondag in Ginneken’ en sedert enkele jaren een kleinschalig kerstconcert in de mooie, Gotische Laurentiuskerk van Ginneken.
Het programma van 2 juli is met een kralensnoer te vergelijken: korte werken uit heden en verleden die me zeer dierbaar zijn, rijgen zich aaneen als een snoer kralen: veelsoortig, schitterend, divers en tevens samenhangend.
Er zijn enkele motto’s.
Max Regers uitspraak ‘Bach ist Anfang und Ende aller Musik’.
De eerste regel van een beroemd gedicht van Eduard Mörike ‘Wer sich die Musik erkiest hat ein himmlisch Gut bekommen[...]’
En een haiku van de Zeeuwse dichter van J.C. van Schagen ‘ruimten van ruimten/ruimten van ruime tijden/laat ons ver en langzaam zijn'
Cappella Breda heeft zich op verschillende podia een aparte plaats verworven door haar ruimtelijke theatraliteit: het op een intrinsieke manier benutten en bespelen van de ruimte.
Het concert is een gloria op de eeuwig jeugdige renaissance met werken van Clemens non Papa, Josquin des Prez, Herman Hollanders en Jan Pzn Sweelinck.
Tevens is er de eerste uitvoering door CB van mijn Egidiuslied, Tombeau à 5, (1996) bewerkt voor koor door Rens Tienstra.
Het is een eerbetoon aan mijn vriend en leermeester, Ton de Leeuw, 1926-1996.
Dit koorwerk wordt voorafgegaan door de gelijknamige en verwante compositie ‘Tombeau pour Ton de Leeuw’ voor cello solo: een instrumentaal prelude.
Het programma vermeldt drie afscheidsmadrigalen: het betoverende liefdesmadrigaal van Rameau, ‘Tendre amour’ (uit Les Indes Galantes), daarnaast ‘Mille regretz’ van de renaissance grootmeester Josquin des Prez en het genoemde vroeg-vijftiende Middelnederlandse afscheidslied ‘Egidius, waer bestu bleven?’
En dan zijn er lofzangen/aanroepingen tot de Eeuwige met werk van Bach, Couperin, Messiaen, Pärt en de meester van de ruimte: Heinrich Schütz.
CB is vele jaren een hoogst-inspirerend instrument geweest voor me geweest.
Het koor boeide me, onder meer door de levendige, intelligente mentaliteit van de zangers, de rijke sonoriteit en de heel sympathieke houding ten aanzien van de ‘componisten’-programma’s waarmee ik steeds weer kwam opdraven.
Verschillende van mijn koorwerken werden op verzoek van het koor geschreven, veelvuldig uitgevoerd en op verschillende CD’s gedocumenteerd.
Het koor werd al die jaren geleid door gedreven en hoogst-betrokken bestuurders. Ik dank hen op deze manier nog eens van harte.
Met gevoelens van dank, diep respect en verdriet denk ik terug aan mijn overleden vriend de musicus Jacques Maassen, CB-voorzitter van 2008 tot 2013, het jaar waarin hij overleed.
Al met al is dit programma een handtekening: van al deze stukken houd ik zielsveel.
Hartelijkste dank aan de musici van dit concert, waarmee ik in het verleden zo graag en zo veelvuldig heb mogen samenwerken: Jelena, Joris en Wim.
Tenslotte:
If music be the food of love: play on!
Daan Manneke
Honorair Kapelmeester van de Grote of Onze Lieve Vrouwe Kerk van Breda